Bij veel collega-keurmeesters lees ik in hun CV dat ze in de hondenmand geboren zijn, maar voor mij geldt dat zeker niet. Pas in 1991 kwam, op initiatief van mijn man, de eerste Heidewachtel in mijn leven. Jock was tevens mijn allereerste hond, en om mijn totale gebrek aan ervaring te compenseren las ik alles wat los en vast zat over hondenverzorging en hondenopvoeding en volgde diverse trainingen en cursussen. Tussen 1994 en 2002 fokten we onder de kennelnaam Van de Blokkamp een paar nesten Heidewachtels. In de fokkerij heeft het ons niet altijd meegezeten, maar van wat er niet goed ging heb ik wel het meeste geleerd. De natuur laat zich nu eenmaal niet dwingen en je blijft altijd voor onverwachte verrassingen staan. Juist dit intrigeerde mij, en om meer kennis op te doen over de fokkerij en de kynologie begon ik in 1997 met de cursus KK1, gevolgd door KK2 en Exterieur en Bewegingsleer. Vrijwel direct na het E en B examen werd ik uitgenodigd deel te nemen aan het keurmeesterexamen voor de Heidewachtel in december 2002. Dat ik als eerste ras mijn “eigen” ras mocht gaan keuren heb ik ervaren als een bijzonder voorrecht.
Inmiddels werd huize Reeskamp veroverd door de in Duitsland gefokte Edda: een temperamentvolle Heidewachtel met veel jachtpassie. Edda kwam, zag en overwon maar bleek ook erg graag haar eigen weg te gaan. Daarmee zette ze mij op het spoor wat betreft de jachthondentraining met als eerste doelstelling ongevraagd in gevraagd jagen om te vormen. Wat onwennig deed ik mijn intrede in de KNJV-wereld, maar in de loop der tijd werd ik meer en meer enthousiast en hiermee groeide bij mij ook een steeds grotere interesse in de werkeigenschappen van de staande jachthond. Op dit moment hebben we zelf twee Heidewachtels: Tender en Flux.
Vanaf april 2004 tot maart 2021 ben ik bestuurslid fokkerijzaken binnen de Nederlandse Vereniging van Heidewachtelliefhebbers geweest, een boeiende functie die de nodige tijd en energie vroeg maar ook veel voldoening gaf. Als mede-auteur/redacteur bijdragen aan het in 2017 verschenen nieuwe boek “De Heidewachtel” was daarin wel een van de hoogtepunten. Ook zit ik in de FBC van de Nederlandse Grote Münsterlander Vereniging, en mag ik meedenken binnen de Werkgroep Fokkerij en Gezondheid van de Raad van Beheer.
Sinds 2005 heb ik vele jaren als docent KK1- en KK2-lessen gegeven, en nu in de nieuwe opzet de BFH en VKK opleidingen. Inmiddels maak ik ook deel uit van de Werkgroep Opleidingen van de Raad van Beheer.
Telkens als mij gevraagd wordt een kynologische CV te schrijven blijkt deze intussen weer wat langer geworden te zijn. Zo kan ik er inmiddels aan toevoegen dat ik bestuurslid ben van Kunogonda, bestuurslid van de Nederlandse Grote Münsterlander Vereniging, lid van de deskundigenpool van Cynophilia, lid van de Adviesgroep Toekomst Friese Hondenrassen, lid van de Adviesgroep Toekomst Nederlandse Kooikerhondje en mede-oprichter en secretaris-penningmeester van de Stichting Kynokien, en korte tijd ben ik bestuurslid geweest van de Vereniging van Keurmeesters op Kynologisch Gebied in Nederland. Er komt dus gaandeweg wel meer bij dan er af gaat, maar met zelf fokken ben ik gestopt sinds ik het ras keur en indertijd beleidsmatig en bestuurlijk verantwoordelijk was voor de fokkerij.
In de afgelopen jaren ben ik mij toenemend ook gaan richten op andere jachthondenrassen. Inmiddels mag ik alle rassen in rasgroep 7 en de Wetterhoun en het Nederlandse Kooikerhondje in rasgroep 8 keuren. Mijn hart ligt vooral bij de rastypische, gezonde en functionele jachthond, en in mijn keuringen hecht ik veel waarde aan de functionele eigenschappen en natuurlijk het bij de jachthond passende werklustige temperament.
Mijn man Jan is bij alle kynologische activiteiten mijn grote steun en toeverlaat. Als ervaren bestuurder is zijn deskundige inbreng in het bestuur, en zijn werk achter de schermen van Stichting Kynokien van onschatbare waarde.